Inloggen



Liftschacht detectie


Conform de NEN2535 dient er in een aantal gevallen de liftmachinekamer van branddetectie te worden voorzien. Maar wat als er nu geen liftmachinekamer aanwezig is? Dan is de elektronica en/of de liftmotor in de liftschacht geplaatst. Hierdoor is het noodzakelijk dat de schacht van een lift wordt voorzien van detectie.

Dit komt bijvoorbeeld voor bij liften van het type: 

  • “Plateaulift”. Dit zijn de welbekende prefab liften waarbij men in de cabine een knop indrukt (en ingedrukt gehouden moet worden voor transport).
  • De “liftmachinekamerlozelift”. Een lift waarbij de elektronica en/of de liftmotor in de liftschacht is geplaatst. Meestal zijn deze componenten geheel boven in de liftschacht geplaatst.

 

Soort detectie:

Veel installateurs denken dat in een liftschacht uitsluitend ASD (aspiratie detectie) mag worden geplaatst. Er zijn echter meer mogelijkheden! Dit valt te herleiden uit de NEN-EN 81-20 normering.

Paragraaf 5.2.1.2.1 stelt dat; De schacht, de machinekamer en schijvenruimte niet voor andere doeleinden mag worden gebruikt dan voor liften. Zo mogen er geen leidingen, kabels of toestellen geplaatst zijn voor ander gebruik dan liften. De liftschacht, machinekamer en schijvenruimte mogen echter wel de navolgende elementen bevatten:

  • Apparatuur voor luchtbehandeling of verwarming etc.
  • Branddetectie of blussystemen, met een hoge bedrijfstemperatuur geschikt voor elektrische componenten en passend beschermend tegen toevallig aanstoten etc.

Hieruit volgt dat in principe een puntmelder is toegestaan!

 

Projectie van de puntmelder in de liftschacht:

Voor de projectie wordt uiteraard de NEN2535 gevolgd (zoals max. hoogte, d-maat en dv-maat). Er dient echter rekening te worden gehouden met een aantal bijzonderheden zoals de liftkooi (of plateau) die de rook kan tegenhouden én het feit dat een liftschacht geen schacht is waar halverwege een melder met rookvangbak kan worden geplaatst.

Concreet houdt dit het navolgende in:

  • De maximale hoogte van de liftschacht is 6 meter.*
  • Het maximaal aantal stopplaatsen van de cabine is 2.
  • Is er géén liftput én het betreft een plateaulift dan zijn meerdere stopplaatsen toegestaan (zolang de 6 meter niet wordt overschreden).

*de 6 meter komt voort uit het feit dat een melder tot 6 meter mag worden geplaatst met een Dv-maat van 0cm (een Dv-maat >0cm is niet wenselijk wegens aanstootgevaar bij werkzaamheden in de schacht).

 

Projectie van ASD in de liftschacht:

Als een puntmelder niet toereikend is óf men wil niet kiezen voor een puntmelder dan is ASD de enige overgebleven oplossing.

Ook hier is de NEN2535 leidend, maar ook hier dient rekening te worden gehouden met de bijzonderheden van een lift (zoals de liftkooi die de rook kan tegenhouden).

  • De ASD unit dient buiten de liftschacht te worden geplaatst.
  • Als de lift slechts 2 stopplaatsen heeft dan is een pijp in de liftschacht op het hoogste punt toereikend (rekening houdend met een d-maat van 6-meter).*
  • Heeft een lift meerdere stopplaatsen dan dient de pijp van boven naar beneden (of andersom) in de liftschacht te worden geplaatst, waarbij indien gewenst het laatste stuk, (de laagste stopplaats van de cabine) niet gedetecteerd behoeft te worden.**
  • De lucht welke uit de schacht wordt gehaald t.b.v. de bemonstering, dient te worden teruggeblazen in de liftschacht. Dit om drukverschillen te voorkomen (speciaal als de cabine in beweging is).
  • De gaatjes in de ASD pijp dienen te worden geboord zoals de berekening / conformiteitsverklaring stelt. Denk hierbij aan de afstanden en de diameter.

*de 6 meter komt voort uit het feit dat een melder tot 6 meter mag worden geplaatst met een Dv-maat van 0 cm (een Dv-maat >0 cm is niet wenselijk wegens aanstootgevaar bij werkzaamheden in de schacht).

**bij meerdere stopplaatsen kan eventueel een d-maat van 7,5 meter worden aangehouden. Zie hiervoor de NEN2535 en de berekening/conformiteit verklaring.

 

Voordeel puntmelder:

  • De puntmelder is absoluut de goedkoopste oplossing.

Nadeel puntmelder:
  • Houd er echter rekening mee dat bij het onderhoud de melder dient te worden getest en eventueel tussendoor dient te worden vervangen. Bij een plateaulift is de melder bereikbaar. Bij een cabinelift is het echter niet zomaar toegestaan om een liftschacht te betreden. Er zal elke keer een gekwalificeerd persoon aanwezig moeten zijn om toezicht te houden bij het betreden van de schacht. Dit toezicht kan en zal in de loop van de jaren een dure aangelegenheid worden.
  • Een puntmelder kan niet altijd toegepast worden.

 

Voordeel ASD:

  • ASD kan altijd worden toegepast (een puntmelder is niet altijd mogelijk).
  • De ASD wordt buiten de liftschacht geplaatst. Het is makkelijker om werkzaamheden aan het systeem te verrichten waardoor er minder vaak toegang noodzakelijk is tot de liftschacht. Dit spaart op langere termijn kosten uit aan eventuele begeleiding uitgevoerd door een bevoegd persoon bij het betreden van liftschacht.

Nadeel ASD:

  • Componenten ASD zijn duurder dan een puntmelder en arbeidsintensiever om te plaatsen.
  • Vaak is een extra product opleiding noodzakelijk (indien CCV Branddetectie bedrijf).
  • Er kan een programmeerapparaat noodzakelijk zijn.
  • Formeel is een brandproef bij ASD noodzakelijk.

Conclusie:

Detecteren in een liftschacht is niet altijd gemakkelijk. De twee mogelijke methodes hebben beide een dusdanig aantal voor- en nadelen zodat het niet mogelijk is om een standaard voorkeur uit te spreken voor de éne of de andere methode. Er zal dient casus apart dienen te worden beoordeeld wat de oplossing is welke optie het beste bij het object past.